Brief van De Staatssecretaris van Financiën - Gelijke behandeling voor de loon- en inkomstenbelasting van de (werkende) gehuwde vrouw en haar man, en van deelgenoten aan vormen van samenleving en samenwonen

Nr. 25

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van de Staten-Generaal

's-Gravenhage, 23 maart 1981

Uit het overleg dat op 16 maart jl. plaatsvond in de uitgebreide commissievergadering van de vaste Commissie voor Financiën en de vaste Commissie voor het Emancipatiebeleid over de nota «Op weg» heb ik de indruk gekregen, dat op twee punten overeenstemming bestaat. Dit geldt voor het mede in de verzelfstandiging betrekken van het pensioen van de gehuwde vrouw en voor de mogelijkheid van integrale rolwisseling. Tijdens de vergadering heb ik dit reeds als mijn conclusie uitgesproken. Met instemming van mijn ambtgenoot van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, mevrouw Kraaijeveld-Wouters, bezin ik mij nu, of deze twee elementen zich ertoe lenen te worden ingebracht in het bestaande systeem. Ik doe dat in het licht van de vraag, of deze elementen kunnen worden losgemaakt van een meeromvattend systeem voor de fiscale behandeling van de gehuwde vrouw en mede in het licht van de budgettaire consequenties. Uitbreiding van het bestaande systeem met deze twee elementen heeft namelijk een middelenderving ten gevolge van een niet te verwaarlozen omvang. Voor het jaar 1979 werd deze reeds geschat op een totaal bedrag in de orde van grootte van f55 min.

De Staatssecretaris van Financiën, M. J. J. van Amelsvoort Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 15835, nr. 25

Deze website is tot stand gekomen mede dankzij een subsidie van Instituut Gak.