Dit wetsvoorstel werd op 19 oktober 1988 ingediend door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De Koning i, en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De Graaf i.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het noodzakelijk is de Nederlandse wetgeving aan te passen met het oog op de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 1986 betreffende het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de ondernemings-en sectoriële regelingen inzake sociale zekerheid (zie Pb EG L225).
Inhoudsopgave
Stand van zaken
Procedure regeringswetsvoorstel
Kamer
Kamer
treding
Als novelle i bij dit wetsvoorstel is ingediend Wijziging van artikel III van wetsvoorstel 20 890, houdende wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen.
Kerngegevens
Ingediend
19 oktober 1988
Volledige titel
Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het terrein van de bovenwettelijke sociale zekerheid)
Ondertekening memorie van toelichting
Kamercommissies
Uit de memorie van toelichting
Met het onderhavige wetsvoorstel wordt beoogd te voldoen aan het bepaalde in de richtlijn van de Raad voor de Europese Gemeenschappen van 24 juli 1986 betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen in ondernemings-en sectoriële regelingen inzake sociale zekerheid (Pb EG L225; hierna te noemen: 4e richtlijn). De richtlijn is als bijlage 1 bij de memorie gevoegd. Met betrekking tot de voorgeschiedenis en de voorgenomen wijze van tenuitvoerlegging van de 4e richtlijn is op 7 april 1987 aan beide Kamers van de Staten-Generaal een notitie toegezonden (kamerstukken II, 1986-1987, 19936, nrs. 1 en 2; hierna te noemen: de notitie). In die notitie is ook aandacht besteed aan de adviezen die de Sociaal-Economische Raad (SER), de Emancipatieraad (ER) en de Verzekeringskamer (VK) hebben uitgebracht over het ontwerp van de richtlijn. Over de notitie heeft met de vaste Commissie voor het Emancipatiebeleid uit de Tweede Kamer een schriftelijk overleg plaatsgevonden (19936, nr. 3). De notitie is ook ter kennis gebracht van de genoemde adviesorganen. Met betrekking tot de notitie heeft het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) een uitvoerig commentaar uitgebracht (bijlage 2)1. Daarop zal, zoals aan het Comité toegezegd, waar nodig in deze memorie worden ingegaan. Als zodanig betekent het wetsvoorstel ook een belangrijke stap op weg naar de realisering van de doelstellingen vervat in het Beleidsplan Emancipatie (kamerstukken II, 1984-1985, 19052, nrs. 1 en 2). Vanzelfsprekend moet de betekenis (van de 4e richtlijn en) van het onderhavige wetsvoorstel vooral worden gezocht in de effecten ervan voor de realisering van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het terrein van de bovenwettelijke sociale zekerheid. Daarbij dient niet uit het oog te worden verloren, dat de gelijke behandeling op dat terrein voor een aantal voorzieningen al is voorgeschreven door middel van het bepaalde in artikel 1637ij van het Burgerlijk Wetboek (BW). Zie daarover Ter inzage gelegd op de bibliotheek.
Nota's van wijziging en amendementen
Moties
Documenten
1 |
23 maart 1998, behandeling, pag. 1113-1114
HAN6554A2 Behandeling van de wetsvoorstellen: - Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het terrein van de bovenwettelijke sociale zekerheid) (20890); - Wijziging van wetsvoorstel 20890, houdende wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (implementatie Barber-richtlijn) (22695); - en acht andere wetsvoorstellen vergadering: 10 maart 1998 |
1 |
24 februari 1998, eindverslag, nr. 269
KST27783 Eindverslag publicatie: 26 februari 1998 |
1 |
24 oktober 1995, brief, nr. 56
KST10575 Brief staatssecretaris over de stand van zaken met betrekking tot de gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de aanvullende pensioenen publicatie: 27 oktober 1995 |
1 |
1 januari 1993, nr. 43
KST20890N43K1 Kamerstuk eerste kamer 1993-1994 kamerstuknummer 20890 ondernummer 43 |
1 |
13 mei 1992, brief, nr. 285 Herdruk
KST20890N285 HerdrukK1 Brief van De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
1 |
13 mei 1992, brief, nr. 285
KST20890N285K1 Brief van De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
1 |
7 juni 1990, memorie van antwoord, nr. 121b
KST20890N121bK1 Memorie van antwoord - Wijziging van het Burgelijk Wetboek en van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (gelijke behandeling van mannen en vrouwen (gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het terrein van de bovenwettelijke sociale zekerheid) |
1 |
1 mei 1990, voorlopig verslag, nr. 121a
KST20890N121aK1 Voorlopig verslag van de vaste commissie voor sociale zaken en werkgelegenheid - Wijziging van het Burgelijk Wetboek en van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (gelijke behandeling van mannen en vrouwen (gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het terrein van de bovenwettelijke sociale zekerheid) |
1 |
20 februari 1990, gewijzigd voorstel van wet, nr. 121
KST20890N121K1 Gewijzigd voorstel van wet - Wijziging van het Burgelijk Wetboek en van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (gelijke behandeling van mannen en vrouwen (gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het terrein van de bovenwettelijke sociale zekerheid) |
2 |
13 februari 1990, stemming(en), Blz. 2181 - 2429
130290 2 8 De stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het terrein van... - Handelingen Tweede Kamer 1989-1990 13 februari 1990 orde 8 vergadering: 13 februari 1990 |
2 |
8 februari 1990, gewijzigde motie, nr. 23
KST20890N23K2 Gewijzigde motie van het lid Groenman C.S., ter vervanging van die gedrukt onder nr. 22 |
2 |
8 februari 1990, motie, nr. 22
KST20890N22K2 Motie van het lid Groenman C.S. |
2 |
8 februari 1990, behandeling, Blz. 2069 - 2158
080290 2 4 De voortzetting van de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het t... - Handelingen Tweede Kamer 1989-1990 08 februari 1990 orde 4 vergadering: 8 februari 1990 |
2 |
5 februari 1990, nota van wijziging, nr. 21
KST20890N21K2 Tweede nota van wijziging |
2 |
5 februari 1990, brief, nr. 20
KST20890N20K2 Brief van De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
2 |
31 januari 1990, motie, nr. 19
KST20890N19K2 Motie van de leden Groenman en Soutendijk-van Appeldoorn |
2 |
31 januari 1990, motie, nr. 18
KST20890N18K2 Motie van het lid Groenman C.S. |
2 |
31 januari 1990, gewijzigd amendement, nr. 17
KST20890N17K2 Gewijzigd amendement van het lid Kalsbeek-Jasperse ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 11 |
2 |
31 januari 1990, behandeling, Blz. 1739 - 1832
310190 2 6 De voortzetting van de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het t... - Handelingen Tweede Kamer 1989-1990 31 januari 1990 orde 6 vergadering: 31 januari 1990 |
2 |
31 januari 1990, behandeling, Blz. 1739 - 1832
310190 2 3 De behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het terrein van de bovenw... - Handelingen Tweede Kamer 1989-1990 31 januari 1990 orde 3 vergadering: 31 januari 1990 |
2 |
30 januari 1990, gewijzigd amendement, nr. 16
KST20890N16K2 Gewijzigd amendement van het lid Kalsbeek-Jasperse, ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 10 |
2 |
17 januari 1990, amendement, nr. 15
KST20890N15K2 Amendement van het lid Soutendijk-van Appeldoorn |
2 |
16 januari 1990, amendement, nr. 14
KST20890N14K2 Amendementen van het lid Groenman |
2 |
15 januari 1990, amendement, nr. 13
KST20890N13K2 Amendement van het lid Groenman |
2 |
15 januari 1990, amendement, nr. 12
KST20890N12K2 Amendement van de leden Soutendijk-van Appeldoorn en kalsbeek-jaspers |
2 |
15 januari 1990, amendement, nr. 11
KST20890N11K2 Amendement van het lid Kalsbeek-Jasperse |
2 |
15 januari 1990, amendement, nr. 10
KST20890N10K2 Amendement van het lid Kalsbeek-Jasperse |
2 |
5 december 1989, amendement, nr. 9
KST20890N9K2 Amendement van het lid Groenman |
2 |
18 juli 1989, nota van wijziging, nr. 8
KST20890N8K2 Nota van wijziging |
2 |
18 juli 1989, nota, nr. 7
KST20890N7K2 Nota naar aanleiding van het eindverslag |
2 |
9 juni 1989, eindverslag, nr. 6
KST20890N6K2 Eindverslag |
2 |
10 april 1989, memorie van antwoord, nr. 5
KST20890N5K2 Memorie van antwoord |
2 |
1 maart 1989, voorlopig verslag, nr. 4
KST20890N4K2 Voorlopig verslag |
2 |
19 oktober 1988, memorie van toelichting, nr. 3
KST20890N3K2 Memorie van toelichting |
2 |
19 oktober 1988, voorstel van wet, nr. 2
KST20890N2K2 Voorstel van wet |
2 |
19 oktober 1988, Koninklijke boodschap, nr. 1
KST20890N1K2 Koninklijke boodschap |
2 |
11 oktober 1988, advies Raad van State, nr. A
KST20890NAK2 Advies raad van state, nader rapport |
2 |
1 januari 1988, memorie van toelichting, nr. B
KST20890NBK2 Oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de raad van state en voorzover nadien gewijzigd |
Wetten die gewijzigd worden door dit wetsvoorstel
-
Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen
Wet van 1 maart 1980, houdende aanpassing van de Nederlandse wetgeving aan de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 9 februari 1976 inzake de gelijke behandeling van mannen en vrouwen
Woordvoerders
Eerste termijn Tweede Kamer |
|||
31-01-1990 | D66 | L.S. (Louise) Groenman i | |
31-01-1990 | CDA | M.H.J. (Marian) Soutendijk-van Appeldoorn i | |
31-01-1990 | GPV | G.J. (Gert) Schutte i | |
31-01-1990 | GL | I. (Ina) Brouwer i | |
31-01-1990 | SGP | B.J. (Bas) van der Vlies i | |
31-01-1990 | PvdA | N.A. (Ella) Kalsbeek i | |
31-01-1990 | VVD | R.L.O. (Robin) Linschoten i | |
31-01-1990 | RPF | M. (Meindert) Leerling i | |
31-01-1990 | Staatssecretaris | E. (Elske) ter Veld i | |
Tweede termijn Tweede Kamer |
|||
31-01-1990 | CDA | M.H.J. (Marian) Soutendijk-van Appeldoorn i | |
31-01-1990 | VVD | R.L.O. (Robin) Linschoten i | |
31-01-1990 | Staatssecretaris | E. (Elske) ter Veld i | |
Derde termijn Tweede Kamer |
|||
08-02-1990 | D66 | L.S. (Louise) Groenman i | |
08-02-1990 | Staatssecretaris | E. (Elske) ter Veld i | |
Vierde termijn Tweede Kamer |
|||
08-02-1990 | SGP | B.J. (Bas) van der Vlies i | |
08-02-1990 | Staatssecretaris | E. (Elske) ter Veld i | |
Vijfde termijn Tweede Kamer |
|||
08-02-1990 | D66 | L.S. (Louise) Groenman i |
(De Eerste Kamer heeft dit wetsvoorstel als hamerstuk afgedaan.)