17800
- wetsvoorstel
Nadere wijziging van de Wet Werkloosheidsvoorziening (beëindiging van het recht op uitkering ingevolge de Wet Werkloosheidsvoorziening voor beneden 23-jarigen - Hoofdinhoud
Dit wetsvoorstel werd op 2 maart 1983 ingediend door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De Graaf i.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is om gezien de financieel-economische situatie van ons land, maatregelen te treffen het uitkeringsniveau voor jeugdige werklozen te beperken. Deze maatregel is ontwikkeld in het kader van de discussie rondom de stelselherziening.
Inhoudsopgave
Stand van zaken
Procedure regeringswetsvoorstel
Kamer
Kamer
treding
Kerngegevens
Ingediend
2 maart 1983
Volledige titel
Nadere wijziging van de Wet Werkloosheidsvoorziening (beëindiging van het recht op uitkering ingevolge de Wet Werkloosheidsvoorziening voor beneden 23-jarigen
Ondertekening memorie van toelichting
Uit de memorie van toelichting
In verband met de financieel-economische situatie van ons land is in het regeerakkoord voor 1983 een pakket ombuigingen voorgesteld. Maatregelen betreffende de beperking van het uitkeringsniveau voor jeugdige werklozen zijn daarvan een onderdeel. Een van deze maatregelen betreft het niet langer van toepassing zijn van de Wet Werkloosheidsvoorziening op jongeren beneden de leeftijd van 23 jaar. Wanneer deze jongeren werkloos worden, zal na afloop van de uitkering ingevolge de Werkloosheidswet onmiddellijk de RWW van toepassing zijn. Deze maatregel dient te worden gezien in het perspectief van de gedachten die zijn ontwikkeld bij de discussie rondom de stelselherziening. Een vrij algemeen aanvaarde gedachte daarbij is namelijk dat de duur van het arbeidsverleden van invloed dient te zijn op het tempo van afbouw van de aan het laatstgenoten loon gerelateerde uitkering. Bij een (relatief) kort arbeidsverleden van jongeren dient deze relatie sneller te worden verlaten dan bij een lang arbeidsverleden, gecombineerd met een relatief hoge leeftijd. De onderhavige categorie heeft in het algemeen slechts een arbeidsverleden van ten hoogste vijfjaar. De andere maatregel betreft de beëindiging van het recht op bijstand krachtens de Rijksgroepsregeling werkloze werknemers voor 16-en 17-jarigen en invoering van het recht op kinderbijslag voor 16-en 17-jarige werklozen. Bij brief van 19 november 1982 is de Sociaal-Economische Raad (SER) op de hoogte gesteld van bovengenoemde maatregelen inzake de beperking van de uitkeringsniveaus van jeugdige werklozen. Bij de behandeling van deze brief in de SER bleek dat verscheidene groeperingen in de SER hun opvattingen over deze maatregelen inzake de beperking van het uitkeringsniveau van jeugdige werklozen kenbaar wilden maken. De SER was evenwel niet in staat op een zodanig tijdstip -uitgaande van invoering van de maatregelen per 1 januari 1983 -van zijn opvatting over zowel de vervanging van de RWW voor 16-en 17-jarigen door kinderbijslag voor de ouders, als de afschaffing van het recht op WWV-uitkering voor werklozen beneden de leeftijd van 23 jaar blijk te geven dat deze nog bij de besluitvorming in het parlement kon worden betrokken. Met betrekking tot de WWV-maatregel voor beneden 23-jarigen werd dan ook een dringend beroep op mij gedaan om een zodanige tijdsruimte Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17800, nrs. 1-3 met betrekking tot de invoering te creëren dat ook ten aanzien van deze maatregel de opvattingen van de SER bij de besluitvorming in het parlement zouden kunnen worden betrokken. De gedachten van de SER gingen uit naar een reactie zo spoedig mogelijk na 1 januari 1983. Gelet op het grote belang van goede verhoudingen met de sociale partners in verband met de enorme problemen waarvoor wij geplaatst zijn heeft het kabinet van zijn aanvankelijke voornemen om de beide maatregelen in één wetsontwerp te regelen afgezien. Besloten is tot separate indiening van eerdergenoemde maatregelen om ten aanzien van de in dit wetsontwerp geregelde beëindiging van het recht op WWV-uitkering voor beneden 23-jarigen de door de SER gewenste tijdsruimte te creëren door het tijdstip van invoering op 1 maart 1983 te stellen. Naar aanleiding hiervan heb ik op 3 december 1982 de SER meegedeeld, dat het kabinet besloten heeft de indiening van het wetsontwerp tot in januari 1983 uit te stellen om de Raad in staat te stellen over deze kwestie te adviseren. De datum van inwerkingtreding is uiteindelijk gesteld op 1 april 1983. Als gevolg van deze latere invoering zal de in het wetsontwerp voorziene overgangsperiode tot 1 juli 1983 met drie maanden worden bekort. De datum van 1 juli 1983 blijft gehandhaafd.
Nota's van wijziging en amendementen
Documenten
1 |
21 juni 1983, behandeling, 17934, Blz. 987 - 1040
210683 1 5 De behandeling van het ontwerp, respectievelijk voorstel van wet: Nadere wijziging van de Wet Werkloosheidsvoorziening (beperking van het recht op uitkering ingevolge de Wet Werkloosheidsvoorziening v... - Handelingen Eerste Kamer 1982-1983 21 juni 1983 orde 5 vergadering: 21 juni 1983 |
1 |
16 juni 1983, nr. 139e
KST17800N139eK1 Nota naar aanleiding van het eindverslag |
1 |
10 juni 1983, eindverslag, nr. 139c
KST17800N139cK1 Eindverslag van de vaste commissie voor sociale zaken en werkgelegenheid |
1 |
24 mei 1983, memorie van antwoord, nr. 139b
KST17800N139bK1 Memorie van antwoord |
1 |
10 mei 1983, voorlopig verslag, nr. 139a
KST17800N139aK1 Voorlopig verslag van de vaste commissie voor sociale zaken en werkgelegenheid |
1 |
22 april 1983, nr. 139
KST17800N139K1 Gewijzigd ontwerp van wet |
2 |
19 april 1983, subamendement, nr. 11
KST17800N11K2 Subamendement van het lid Ter Veld over dat de bewijslast niet bij de werknemer moet worden gelegd - |
2 |
19 april 1983, stemming(en), Blz. 3513 - 3635
190483 2 8 De stemmingen in verband met het wetsontwerp Nadere wijziging van de Wet Werkloosheidsvoorziening (beëindiging van het recht op uitkering ingevolge de Wet Werkloosheidsvoorziening voor beneden 23-jari... - Handelingen Tweede Kamer 1982-1983 19 april 1983 orde 8 vergadering: 19 april 1983 |
2 |
14 april 1983, behandeling, Blz. 3453 - 3512
140483 2 8 De voortzetting van de behandeling van het wetsontwerp Nadere wijziging van de Wet Werkloosheidsvoorziening (beëindiging van het recht op uitkering ingevolge de Wet Werkloosheidsvoorziening voor bened... - Handelingen Tweede Kamer 1982-1983 14 april 1983 orde 8 vergadering: 14 april 1983 |
2 |
14 april 1983, behandeling, Blz. 3453 - 3512
140483 2 6 De voortzetting van de behandeling van het wetsontwerp Nadere wijziging van de Wet Werkloosheidsvoorziening (beëindiging van het recht op uitkering ingevolge de Wet Werkloosheidsvoorziening voor bened... - Handelingen Tweede Kamer 1982-1983 14 april 1983 orde 6 vergadering: 14 april 1983 |
2 |
13 april 1983, amendement, nr. 10
KST17800N10K2 Amendementen van de leden Kraaijeveld-Wouters en Linschoten over dat het wenselijk is dat het recht op WWV-uitkering voor jongeren beneden de 23 jaar te beperken door een nieuwe voorwaarde in te stellen en de duur van de uitkering te verkorten - |
2 |
13 april 1983, behandeling, Blz. 3389 - 3452
130483 2 7 De behandeling van het wetsontwerp Nadere wijziging van de Wet Werkloosheidsvoorziening (beëindiging van het recht op uitkering ingevolge de Wet Werkloosheidsvoorziening voor beneden 23-jarigen) - Handelingen Tweede Kamer 1982-1983 13 april 1983 orde 7 vergadering: 13 april 1983 |
2 |
12 april 1983, amendement, nr. 9
KST17800N9K2 Amendement van de leden Van der Vlies en Schutte om de overgangsperiode van 6 naar 3 maanden te verkorten - |
2 |
7 april 1983, nota van verbetering, nr. 8
KST17800N8K2 Nota van verbetering |
2 |
7 april 1983, nota van wijziging, nr. 7
KST17800N7K2 Nota van wijziging |
2 |
7 april 1983, nota, nr. 6
KST17800N6K2 Nota naar aanleiding van het verslag |
2 |
5 april 1983, verslag, nr. 5
KST17800N5K2 Verslag |
2 |
30 maart 1983, brief, nr. 4
KST17800N4K2 Brief van De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
2 |
2 maart 1983, memorie van toelichting, nr. 3
KST17800N3K2 Memorie van toelichting |
2 |
2 maart 1983, Koninklijke boodschap, nr. 2
KST17800N2K2 Ontwerp van wet |
2 |
2 maart 1983, Koninklijke boodschap, nr. 1
KST17800N1K2 Koninklijke boodschap |
2 |
28 februari 1983, nader rapport, nr. C
KST17800NCK2 Nader rapport |
2 |
10 februari 1983, advies Raad van State, nr. B
KST17800NBK2 Advies van de raad van state |
2 |
1 januari 1982, memorie van toelichting, nr. A
KST17800NAK2 Oorspronkelijke tekst van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de raad van state |
Wetten die gewijzigd worden door dit wetsvoorstel
-
Wet Werkloosheidsvoorziening
Wet van 10 december 1964, houdende regelen inzake overheidsuitkeringen aan werkloze werknemers