18625
- wetsvoorstel
Nadere wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Algemene Weduwen- en Wezenwet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (invoering gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het terrein van de premieheffing ingevolge de volksverzekeringen) - Hoofdinhoud
Dit wetsvoorstel werd op 27 september 1984 ingediend door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De Graaf i, en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Kappeyne van de Coppello i.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is in de Algemene Ouderdomswet het stelsel van premieheffing in overeenstenv ming te brengen met het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen alsmede de overige volksverzekeringen daaraan aan te passen.
Inhoudsopgave
Stand van zaken
Procedure regeringswetsvoorstel
Kamer
Kamer
treding
Kerngegevens
Ingediend
27 september 1984
Volledige titel
Nadere wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Algemene Weduwen- en Wezenwet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (invoering gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het terrein van de premieheffing ingevolge de volksverzekeringen)
Ondertekening memorie van toelichting
Kamercommissies
Uit de memorie van toelichting
Bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal is op 29 augustus 1984 aanhangig gemaakt een ontwerp van wet tot nadere wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Algemene Weduwen-en Wezenwet, de Algemene Kinderbijslagwet, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (invoering gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de Algemene Ouderdomswet alsmede aanpassing van de overige volksverzekeringen) (nr. 18515). Dit ontwerp bevat voorstellen om de op grond van de richtlijn van 19 december 1978 van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende de geleidelijke ten uitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het gebied van de sociale zekerheid (79/7/EEG, Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen, nr. L6 van 10 januari 1979) noodzakelijke gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de AOW te realiseren. Deze voorstellen hebben zowel betrekking op de uitkeringskant als op het premieheffingsstelsel van de AOW. Naar is gebleken, is een zodanige behandeling in het parlement van vorengenoemd voorstel, dat het wetsontwerp vóór 1 januari 1985 tot wet zal zijn verheven helaas niet te realiseren. Uiteraard heeft de regering begripvoor het feit, dat het parlement een ampeleen gedegen voorbereiding noodzakelijk acht. Dit betekent echter wel, dat op 1 januari a.s. niet aan de dan geldende Europese richtlijn kan worden voldaan. Ten aanzien van de uitkeringskant kan dit voor zover nodig ondervangen worden door aan de uit de gelijke behandeling voortvloeiende voordelen terugweikende kracht tot 1 januari 1985 te verlenen. Ten aanzien van de premieheffingskant acht de regering terugwerkende kracht niet gewenst. Het nieuw voorgestelde premieheffingssysteem voorziet namelijk in een aantal lastenverzwaringen, dat naar onze mening bezwaarlijk met terugwerkende kracht aan de premiebetalers kan worden opgelegd. Dit zou betekenen, dat het nieuw voorgestelde systeem van premieheffing eerst per 1 januari 1986 zou kunnen worden doorgevoerd. Invoering van een nieuw stelsel van premieheffing op een andere datum dan ' I januari is vanwege de koppeling van de premieheffing aan de belastingheffing niet mogelijk. Bij invoering eerst per 1 januari 1986 van een nieuw systeem van premieheffing zou opdat punt een vol kalenderjaar niet aan het uitgangspunt
van gelijke behandeling van mannen en vrouwen zijn voldaan. Voorts zou voor de meeruitgaven aan de uitkeringskant, voortvloeiende uit de gelijke behandeling, de financieringsmogelijkheid komen te ontbreken. Ten slotte zou dit ingrijpende consequenties hebben voor het inmiddels bij de Tweede Kamer ingediende ontwerp van wet betreffende de derde fase van de herstructurering van de loon-en inkomstenbelasting (nr. 18519). Wat betreft de inkomensmutaties bestaat een sterke relatie tussen beide onderwerpen en voorts is in laatstgenoemd wetsontwerp een compensatie geregeld voor de lastenverzwaring, die het nieuwe premieheffingssysteem zou betekenen voor zelfstandigen. Een en ander brengt de regering tot de overtuiging, dat het dringend gewenst is het nieuwe premieheffingssysteem toch per 1 januari 1985 in te voeren. Door middel van het onderhavige wetsontwerp wordt daartoe de mogelijkheid gecreëerd. In feite betekent dit een splitsing van het liggende wetsontwerp in twee delen, nl. een premiedeel (het onderhavige ontwerp) en een uitkeringsdeel. Op het liggende wetsontwerp is inmiddels een nota van wijzigingen ingediend, waarbij de artikelen die betrekking heben op de premieheffing uit dat ontwerp worden verwijderd. Het onderhavige wetsontwerp heeft zowel betrekking op de premiekant van de AOW als op de premiekant van alle andere volksverzekeringen. De bij wege van aanslag en bij wijze van inhouding geheven premies ingevolge de AOW en de Algemene Weduwen-en Wezenwet (AWW) vormen namelijk de maatstaf voor het opslagpercentage, dat als premie geldt voor de Algemene Kinderbijslagwet (AKW), de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW). Nu met name de AOW moet worden aangepast, ligt het voor de hand thans ook voor wat betreft de premieheffing het beginsel van gelijke behandeling door te voeren. Voor de regelingen, die vallen onder het bereik van de derde richtlijn, is dit trouwens ook een verplichting die rechtstreeks uit die richtlijn voortvloeit.
Nota's van wijziging en amendementen
Moties
Documenten
2 |
1 januari 1984, memorie van toelichting, nr. A
KST18625NAK2 Oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en de memorie van toelichting, zoals voorgelegd aan de raad van state en voor zover nadien gewijzigd |
2 |
21 september 1984, advies Raad van State, nr. B
KST18625NBK2 Advies van de raad van state |
2 |
25 september 1984, nader rapport, nr. C
KST18625NCK2 Nader rapport |
2 |
27 september 1984, koninklijke boodschap, nr. 1
KST18625N1K2 Koninklijke boodschap |
2 |
27 september 1984, voorstel van wet, nr. 2
KST18625N2K2 Voorstel van wet |
2 |
27 september 1984, memorie van toelichting, nr. 3
KST18625N3K2 Memorie van toelichting |
2 |
16 oktober 1984, voorlopig verslag, nr. 4
KST18625N4K2 Voorlopig verslag |
2 |
22 oktober 1984, memorie van antwoord, nr. 5
KST18625N5K2 Memorie van antwoord |
2 |
23 oktober 1984, nota van verbetering, nr. 7
KST18625N7K2 Nota van verbetering |
2 |
25 oktober 1984, eindverslag, nr. 8
KST18625N8K2 Eindverslag |
2 |
29 oktober 1984, nota, nr. 9
KST18625N9K2 Nota naar aanleiding van het eindverslag |
2 |
31 oktober 1984, nota van wijziging, nr. 6
KST18625N6K2 Nota van wijziging |
2 |
31 oktober 1984, amendement, nr. 10
KST18625N10K2 Amendementen van de leden Linschoten en Hermsen over een overgangsregeling voor de jaren 1985, 1986 en 1987 inzake inkomenseffecten voor gehuwden. - |
2 |
1 november 1984, behandeling, Blz. 1085 - 1168
011184 2 7 De behandeling van het wetsvoorstel Nadere wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Algemene Weduwen* en Wezenwet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (invoering gelijke behandeling van mannen... - Handelingen Tweede Kamer 1984-1985 01 november 1984 orde 7 vergadering: 1 november 1984 |
2 |
1 november 1984, behandeling, Blz. 1085 - 1168
011184 2 9 De voortzetting van de behandeling van het wetsvoorstel Nadere wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de algemene Wedu wen-en Wezenwet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (invoering gelijke be... - Handelingen Tweede Kamer 1984-1985 01 november 1984 orde 9 vergadering: 1 november 1984 |
2 |
1 november 1984, amendement, nr. 11
KST18625N11K2 Amendementen van het lid Groenman over de vastlegging van de reductiestrook. - |
2 |
1 november 1984, motie, nr. 12
KST18625N12K2 Motie van het lid Groenman over het verzoek aan de regering om de extra premie-opbrengst ten gevolge van de verzelfstandiging van de premieheffing volksverzekeringen aan te merken als extra ruimte ten behoeve van de gelijkberechtiging in de sociale zekerheid. - |
2 |
1 november 1984, amendement, nr. 13
KST18625N13K2 Amendement van het lid Schutte beoogt de thans geldende maximumpremiegrens te bevriezen totdat de extra verhoging van f7000 ongedaan zou zijn gemaakt doordat het bevroren bedrag zou worden ingehaald door de geschoonde regelingsloonindex. - |
2 |
1 november 1984, amendement, nr. 14
KST18625N14K2 Amendement van het lid Ter Veld over een overgangsregeling voor de jaren 1985 en 1986 met het oog op de inkomenseffecten als gevolg van de individualisering van de op aanslag te betalen opslagpremies volksverzekeringen voor de gehuwde vrouw die thans geen premies volksverzekeringen betaalt omdat haar man al 65 jaar is. - |
2 |
1 november 1984, gewijzigd amendement, nr. 15
KST18625N15K2 Gewijzigd amendement van het lid Ter Veld, ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 14 |
2 |
8 november 1984, stemming(en), Blz. 1311 - 1406
081184 2 10 De stemmingen in verband met het wetsvoorstel Nadere wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Algemene Weduwen-en Wezenwet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Invoering gelijke behandeling v... - Handelingen Tweede Kamer 1984-1985 08 november 1984 orde 10 vergadering: 8 november 1984 |
1 |
15 november 1984, gewijzigd voorstel van wet, nr. 60
KST18625N60K1 Gewijzigd voorstel van wet |
1 |
27 november 1984, voorlopig verslag, nr. 60a
KST18625N60aK1 Voorlopig verslag van de vaste commissie voor sociale zaken en werkgelegenheid |
1 |
27 november 1984, memorie van antwoord, nr. 60b
KST18625N60bK1 Memorie van antwoord |
1 |
30 november 1984, eindverslag, nr. 60c
KST18625N60cK1 Eindverslag van de vaste commissie voor sociale zaken en werkgelegenheid |
1 |
4 december 1984, behandeling, Blz. 269 - 296
041284 1 3 De behandeling van het wetsvoorstel Nadere wijziging Ingekomen stukken Vredestein Gelijke behandeling Dinsdag 4 december 1984 Aanvang 13.30 uur van de Algemene Ouderdomswet, de Algemene Weduwen-en Wez... - Handelingen Eerste Kamer 1984-1985 04 december 1984 orde 3 vergadering: 4 december 1984 |
Wetten die gewijzigd worden door dit wetsvoorstel
-
Algemene Ouderdomswet
Wet van 31 mei 1956, inzake een algemene ouderdomsverzekering
-
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
Wet van 14 december 1967, houdende algemene verzekering bijzondere ziektekosten