22815
- wetsvoorstel
Wet voorzieningen gehandicapten - Hoofdinhoud
Dit wetsvoorstel werd op 17 september 1992 ingediend door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Ter Veld i, de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Heerma i, en de staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, Simons i.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het vanuit een oogmerk van doelmatigheid wenselijk is de verstrekking van woonvoorzieningen op grond van de Regeling geldelijke steun huisvesting gehandicapten en leefvoorzieningen alsmede genees-en heelkundige voorzieningen op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet te beëindigen, en de gemeenten te belasten met de verlening van woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen en aldus mede te bevorderen dat personen van 65 jaar en ouder geleidelijk en op passende wijze in aanmerking kunnen worden gebracht voor voorzieningen die thans krachtens de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet in beginsel uitsluitend worden verstrekt aan personen onder de 65 jaar.
Inhoudsopgave
Stand van zaken
Procedure regeringswetsvoorstel
Kamer
Kamer
treding
Kerngegevens
Ingediend
17 september 1992
Volledige titel
Regels met betrekking tot de verlening van voorzieningen van gehandicapten (Wet voorzieningen gehandicapten)
Ondertekening memorie van toelichting
Kamercommissies
Uit de memorie van toelichting
Reeds jarenlang is het stelsel van voorzieningen, waarop degenen die hulp nodig hebben in verband met ziekte of gebreken aangewezen zijn, in discussie. Het stelsel is ingewikkeld en verbrokkeld. De voorzieningsregelingen kennen uiteenlopende financieringssystemen en criteria voor de aanspraken. Ze zijn onderling niet duidelijk afgestemd, hetgeen ook leidt tot allerlei afbakeningsproblemen. De veel voorkomende noodzaak van een (gelijktijdig) beroep op meerdere regeiingen, die door verschillende organen worden uitgevoerd, geeft voor de cliënten het probleem van verschillende loketten en voor de uitvoerders het probleem dat een integrale behandeling van de hulpvragen niet mogelijk is. In de loop der jaren zijn door nadere regelgeving wel verbeteringen in de afstemming gerealiseerd, maar deze hebben niet tot fundamentele oplossingen voor de genoemde problemen geleid. Voor ouderen vanaf 65 jaar geldt nog in het bijzonder dat zij na deze leeftijd geen beroep kunnen doen op voorzieningen in verband met ziekte of gebreken in het kader van de AAW. Weliswaar kunnen zij voor dergelijke voorzieningen een beroep doen op de Algemene Bijstandswet, maar dat heeft in de praktijk slechts beperkte betekenis. In het kader van de Oortoperatie tot herziening van de belasting-en premieheffing werd voorgesteld de 65-plussers te betrekken in de premieheffing voor de AAW. Voor het parlement was dit alleen aanvaardbaar als zij op gelijke wijze als beneden 65-jarigen aanspraak kunnen maken op AAW-voorzieningen. De beleidsmatige aspecten, met name de relatie met de zorgsector en de financiële gevolgen van de uitbreiding tot ouderen hebben het kabinet aanleiding gegeven zich nader over de structuur en inhoud van het voorzieningenpakket te beraden. De ramingen met betrekking tot de kosten van de uitbreiding van AAW-voorzieningen naar 65 plussers liepen destijds uiteen van 500 mln. tot 3 mld. Gezien de grote verschillen tussen deze ramingen werd een onderzoek naar het potentieel gebruik door 65-plussers noodzakelijk geacht. Om hiervoor de nodige tijd te hebben werd in de AAW-wijziging die voorziet in het vervallen van de leeftijdsgrens van 65 jaar, een horizonbepaling opgenomen gericht op 1 januari1992 (nadien verlengd tot 1 januari 1993). Dit maakte het tevens mogelijk de voorstellen tot herstructurering van het voorzieningenpakket mede af te stemmen op de invoering van de nieuwe zorgverzekering en op de decentralisatie van de geldelijke steun voor de huisvesting van gehandicapten naar de gemeenten.
De bezinning op de mogelijkheden tot herstructurering en nadere afstemming van het voorzieningenpakket voor gehandicapten en op uitbreiding van de AAW-voorzieningen naar ouderen, heeft geleid tot een nota die door ons op 25 juni 1990 aan de Tweede Kamer is aangeboden (TK 1989/90, 21613 nr. 1). In de nota zijn voorstellen gedaan voor een betere afstemming van de voorzieningsregelingen, waarbij een indeling is gemaakt naar leefvoorzieningen, woonvoorzieningen, zorgvoorzieningen en inkomensondersteunende voorzieningen. De nota geeft aan dat een uitbreiding van de AAW-voorzieningen voor ouderen alleen mogelijk en verantwoord is bij een gelijktijdige herstructurering en het treffen van maatregelen tot kostenbeheersing, zoals maximering van vergoedingen, eigen bijdragen, inkomensafhankelijke voorzieningen en vormen van budgettering. Dit in verband met het financiële beslag dat met deze voorzieningen en de uitbreiding naar ouderen nu en in de toekomst gemoeid zal zijn. De omvang van de financiële gevolgen van de uitbreiding van de AAW-voorzieningen naar 65-plussers liet zich eerst goed ramen aan de hand van een in 1990 door het NSS gehouden steekproefonderzoek onder thuiswonenden van 65 jaar en ouder. Nadat de resultaten van dat onderzoek bekend waren, zijn de voorstellen en mogelijkheden uit de nota nader uitgewerkt. De voorstellen van het kabinet voor de herstructurering en de uitbreiding van rechten naar ouderen, alsmede de daarop vooruitlopende maatregelen voor 1992, zijn weergegeven in onze brief van 6 mei 1991 aan de Tweede Kamer (TK, 1990/91, 22089 nr. 1). Daarbij hebben wij in het verlengde van de reeds voorgenomen decentralisatie van de voorzieningen in de Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten (RGSHG) ervoor gekozen -mede ten behoeve van onderlinge afstemming -ook een deel van de AAW-voorzieningen over te dragen aan de gemeenten en de overige (zorg)voorzieningen in de AAW onder te brengen in de AWBZ. Hierdoor kan het verstrekken van voorzieningen in het kader van de AAW -behoudens de zogenaamde werkvoorzieningen -worden beëindigd. Dit betekent een vereenvoudiging van het stelsel doordat gelijksoortige voorzieningen worden samengebracht en de gehandicapte daarvoor maar met één loket te maken krijgt. De overdracht van voorzieningen schept de voorwaarden voor een betere afstemming op het lokale vlak en in de zorgsector. Uit oogpunt van kostenbeheersing zijn, vooruitlopend op de herstructurering en decentralisatie, reeds in het jaar 1992 enige maatregelen getroffen in het kader van de AAW en RGSHG. De noodzaak hiervan hangt bij de voorzieningen voor de huisvesting van gehandicapten samen met de sterk oplopende uitgaven in de afgelopen jaren. De voorgenomen maatregelen voor 1992 zijn nadien bijgesteld. Dit betreft met name de beoogde halvering van de vervoerskostenvergoedingen in 1992. Mede op grond van de maatschappelijke en politieke reacties hebben wij bij nader inzien besloten tot een geleidelijke beperking van deze vergoedingen, met een eerste stap van 10% verlaging in 1992 en vervolgens nog twee stappen van 10% verlaging in 1993 (per lapril en 1 oktober). Deze AAW-maatregelen, waarvan de opbrengst ad 115 mln. aan het Gemeentefonds zal worden toegevoegd, zijn getroffen om de eerste stappen te zetten voor de noodzakelijke beperkende maatregelen in verband met de uitbreiding naar ouderen. Het gaat hierbij met name om beperking van de voorzieningen in verband met autovervoer of taxivervoer, die een groot aandeel in de totale uitgaven voor AAW-voorzieningen vormen. In 1994 en 1995 kunnen de gemeenten de budgettair noodzakelijke verdere beperking van deze vergoedingen geleidelijk laten verlopen door deze over twee jaren te spreiden. In vervolg op de reeds in 1992 ingevoerde maatregelen en de voor 1993 nog te treffen maatregelen, wordt in dit wetsontwerp met name wat de decentralisatie naar de gemeenten betreft, voorzien in de structurele maatregelen voor de herziening van het stelsel van voorzieningen voor gehandicapten per 1 januari 1994. Dit biedt de gemeenten voldoende tijd voor een zorgvuldige voorbereiding. De horizonbepaling in de AAW zal tot 1 januari 1994 worden verlengd. Dan vervalt per die datum de leeftijdsgrens van 65 jaar in de AAW.
In het navolgende geven wij een nadere toelichting op de beleidsmatige uitgangspunten voor de herstructurering (2), de aard en inhoud van de wetgeving (3), de betekenis voor de onderscheidenlijke voorzieningenterreinen (4), de samenhang van en afstemming tussen deze terreinen (5), de uitvoeringsaspecten (6), de financiering (7) en enkele bijzondere aspecten (8). Bij de onderdelen 1 tot en met 7 wordt tevens ingegaan op de hoofdpunten uit de adviezen van de organen, waaraan wij advies hebben gevraagd.
Nota's van wijziging en amendementen
Moties
Documenten
2 |
14 oktober 1994, brief, nr. 45
KST22815N45K2 Brief van De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
2 |
16 mei 1994, verslag, nr. 44
KST22815N44K2 Verslag van een mondeling overleg |
2 |
14 maart 1994, brief, nr. 43
KST22815N43K2 Brief van De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
1 |
5 oktober 1993, behandeling, Blz. 89 - 136
051093 1 2 De voortzetting van de behandeling van het wetsvoorstel Regels met betrekking tot de verlening van voorzieningen aan gehandicapten (Wet voorzieningen gehandicapten) - Handelingen Eerste Kamer 1993-1994 05 oktober 1993 orde 2 vergadering: 5 oktober 1993 |
1 |
28 september 1993, behandeling, Blz. 7 - 87
280993 1 5 De voortzetting van de behandeling van het wetsvoorstel Regels met betrekking tot de verlening van voorziening aan gehandicapten (Wet voorzieningen gehandicapten) - Handelingen Eerste Kamer 1993-1994 28 september 1993 orde 5 vergadering: 28 september 1993 |
1 |
28 september 1993, behandeling, Blz. 7 - 87
280993 1 3 De behandeling van het wetsvoorstel Regels met betrekking tot de verlening van voorzieningen aan gehandicapten (Wet voorzieningen gehandicapten) - Handelingen Eerste Kamer 1993-1994 28 september 1993 orde 3 vergadering: 28 september 1993 |
1 |
10 september 1993, brief, nr. 274g
KST22815N274gK1 Brief van De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken - Regels met betrekking tot de verlenging van voorzieningen aan gehandicapten (Wet voorzieningen gehandicapten) |
1 |
8 september 1993, nr. 274f
KST22815N274fK1 Nadere memorie van antwoord |
1 |
7 september 1993, voorlopig verslag, nr. 274e
KST22815N274eK1 Nader voorlopig verslag van de vaste commissies voor sociale zaken en werkgelegenheid, voor volkshuisvesting en voor welzijn en volksgezondheid |
1 |
7 juli 1993, brief, nr. 274d
KST22815N274dK1 Brief van De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
2 |
7 juli 1993, brief, nr. 42
KST22815N42K2 Brief van De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
1 |
23 juni 1993, memorie van antwoord, nr. 274c
KST22815N274cK1 Memorie van antwoord |
1 |
18 juni 1993, voorlopig verslag, nr. 274b
KST22815N274bK1 Voorlopig verslag van de vaste commissies voor sociale zaken en werkgelegenheid, voor volkshuisvesting en voor welzijn en volksgezondheid |
1 |
18 juni 1993, brief, nr. 274a
KST22815N274aK1 Brief van De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken |
1 |
18 juni 1993, brief, nr. 247a
KST22815N247aK1 Brief van De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken |
2 |
18 juni 1993, brief, nr. 41
KST22815N41K2 Brief van De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken |
1 |
19 mei 1993, gewijzigd voorstel van wet, nr. 274
KST22815N274K1 Nader gewijzigd voorstel van wet |
2 |
18 mei 1993, stemming(en), Blz. 4941 - 5000
180593 2 6 De stemmingen in verband met het wetsvoorstel Regels met betrekking tot de verlening van voorzieningen aan gehandicapten (Wet voorzieningen gehandicapten) - Handelingen Tweede Kamer 1992-1993 18 mei 1993 orde 6 vergadering: 18 mei 1993 |
2 |
17 mei 1993, nota, nr. 40
KST22815N40K2 Derde nota van verbetering |
2 |
17 mei 1993, brief, nr. 39
KST22815N39K2 Brief van De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
2 |
12 mei 1993, nader gewijzigd amendement, nr. 38
KST22815N38K2 Tweede nader gewijzigde amendementen van de leden Van Otterloo en Tuinstra ter vervanging van die gedrukt onder nr. 37 |
2 |
12 mei 1993, amendement, nr. 37
KST22815N37K2 Nader gewijzigde amendementen van de leden Van Otterloo en Tuinstra ter vervanging van die gedrukt onder nr. 30 |
2 |
12 mei 1993, nota van wijziging, nr. 36
KST22815N36K2 Vierde nota van wijziging |
2 |
12 mei 1993, gewijzigde motie, nr. 35
KST22815N35K2 Gewijzigde motie van het lid Kohnstamm C.S. ter vervanging van die, gedrukt onder nr. 29 |
2 |
12 mei 1993, motie, nr. 34
KST22815N34K2 Motie van het lid Van Hoof |
2 |
12 mei 1993, motie, nr. 33
KST22815N33K2 Motie van de leden Van Otterloo en De Kok |
2 |
12 mei 1993, motie, nr. 32
KST22815N32K2 Motie van de leden Van Otterloo en Beijlen-Geerts |
2 |
12 mei 1993, motie, nr. 31
KST22815N31K2 Motie van de leden Tuinstra en Van Otterloo |
2 |
12 mei 1993, gewijzigd amendement, nr. 30
KST22815N30K2 Gewijzigde amendementen van de leden Van Otterloo en Tuinstra ter vervanging van die gedrukt onder nr. 25 |
2 |
12 mei 1993, motie, nr. 29
KST22815N29K2 Motie van de leden Kohnstamm en Van Hoof |
2 |
12 mei 1993, motie, nr. 28
KST22815N28K2 Motie van het lid Kohnstamm C.S. |
2 |
12 mei 1993, brief, nr. 26
KST22815N26K2 Brief van De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
2 |
12 mei 1993, amendement, nr. 25
KST22815N25K2 Amendementen van de leden Van Otterloo en Tuinstra |
2 |
12 mei 1993, amendement, nr. 24
KST22815N24K2 Amendementen van de leden Tuinstra en Van Otterloo |
2 |
12 mei 1993, amendement, nr. 23
KST22815N23K2 Amendementen van de leden Tuinstra en Van Otterloo |
2 |
12 mei 1993, gewijzigd amendement, nr. 22
KST22815N22K2 Gewijzigd amendement van het lid Brouwer C.S., ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 18 |
2 |
12 mei 1993, amendement, nr. 21
KST22815N21K2 Gewijzigd amendement van het lid Schutte C.S. ter vervanging van die gedrukt onder nr. 20 |
2 |
12 mei 1993, behandeling, Blz. 4847 - 4940
120593 2 7 De voortzetting van de behandeling van het wetsvoorstel Regels met betrekking tot de verlening van voorzieningen aan gehandicapten (Wet voorzieningen gehandicapten) - Handelingen Tweede Kamer 1992-1993 12 mei 1993 orde 7 vergadering: 12 mei 1993 |
2 |
12 mei 1993, behandeling, Blz. 4847 - 4940
120593 2 2 De voortzetting van de behandeling van het wetsvoorstel Regels met betrekking tot de verlening van voorzieningen aan gehandicapten (Wet voorzieningen gehandicapten) - Handelingen Tweede Kamer 1992-1993 12 mei 1993 orde 2 vergadering: 12 mei 1993 |
2 |
11 mei 1993, amendement, nr. 20
KST22815N20K2 Amendement van het lid Schutte C.S. |
2 |
11 mei 1993, amendement, nr. 19
KST22815N19K2 Amendement van het lid Brouwer |
2 |
11 mei 1993, amendement, nr. 18
KST22815N18K2 Amendement van het lid Brouwer C.S. |
2 |
11 mei 1993, amendement, nr. 17
KST22815N17K2 Amendement van het lid Kohnstamm C.S. |
2 |
11 mei 1993, behandeling, Blz. 4775 - 4846
110593 2 8 De behandeling van het wetsvoorstel Regels met betrekking tot de verlening van voorzieningen aan gehandicapten (Wet voorzieningen gehandicapten) - Handelingen Tweede Kamer 1992-1993 11 mei 1993 orde 8 vergadering: 11 mei 1993 |
2 |
6 mei 1993, brief, nr. 27
KST22815N27K2 Brief van De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer |
2 |
4 mei 1993, nota van wijziging, nr. 16
KST22815N16K2 Derde nota van wijziging |
2 |
4 mei 1993, brief, nr. 15
KST22815N15K2 Brief van De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
2 |
26 april 1993, nr. 14
KST22815N14K2 Tweede nota van verbetering |
2 |
13 april 1993, gewijzigd voorstel van wet, nr. 13
KST22815N13K2 Gewijzigd voorstel van wet |
2 |
16 maart 1993, nota van wijziging, nr. 12
KST22815N12K2 Tweede nota van wijziging |
Wetten die gewijzigd worden door dit wetsvoorstel
-
Wet voorzieningen gehandicapten
Wet van 7 oktober 1993, houdende regels met betrekking tot de verlening van voorzieningen aan gehandicapten