19908
- wetsvoorstel
Herziening van de wetgeving inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen - Hoofdinhoud
Dit wetsvoorstel werd op 18 maart 1987 ingediend door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De Graaf i, de minister van Binnenlandse Zaken, De Koning i, de minister van Justitie, Korthals Altes i, en de minister van Onderwijs en Wetenschappen, Deetman i.
Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat het ter verbetering van het effect van de wetgeving inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen wenselijk is de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en artikel 1637ij van het Burgerlijk Wetboek te wijzigen; de Commissie gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de arbeid en de Commissie gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de arbeid in de burgerlijke openbare dienst samen te voegen tot één nieuwe commissie; alsmede de overige wetgeving inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen op te nemen in de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen.
Inhoudsopgave
Stand van zaken
Procedure regeringswetsvoorstel
Kamer
Kamer
treding
Kerngegevens
Ingediend
18 maart 1987
Volledige titel
Wijziging van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (Stb. 1980, 86), van artikel 1637i] van het Burgerlijk Wetboek en aanvulling van de Wet medezeggenschap onderwijs en enkele andere onderwijswetten, alsmede opneming van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de burgerlijke openbare dienst (Stb. 1980, 384), van de Wet gelijk loon voor vrouwen en mannen (Stb. 1975, 129) en van de Wet tijdelijke voorziening gelijke behandeling van mannen en vrouwen en van gehuwden en ongehuwden in geval van beëindiging van de dienstbetrekking (Stb. 1979, 278) in de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (betreft herziening van de wetgeving inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen)
Ondertekening memorie van toelichting
Uit de memorie van toelichting
Het voorliggende wetsvoorstel beoogt het effect van de bestaande wetgeving inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen te verbeteren. In de Reparatienota gelijke behandeling mannen en vrouwen (Kamerstukken II, zitting 1983-1984, 18269, nr. 1) is het voornemen tot wijziging van deze wetgeving reeds aangekondigd. Over deze nota is op 21 juni 1984 een UCV door de Vaste Commissie voor Emancipatiebeleid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal gehouden. De tijdens deze UCV gemaakte opmerkingen dan wel de naar aanleiding hiervan aangenomen moties zijn zo goed mogelijk bij de voorbereiding van deze voorstellen in de overwegingen betrokken.
Medio maart 1985 is over herziening van deze wetgeving advies gevraagd aan de Emancipatieraad, de Sociaal-Economische Raad, het Centraal Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken, de Commissie gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de arbeid, de Commissie gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de arbeid in de burgerlijke openbare dienst, alsook toegespitst op de regeling inzake het aanbieden van een betrekki ng aan de Stichting Reclame Code. Met het vaststellen door de SER van zijn advies op 25 oktober 1985 is deze advisering afgerond.
Bij de voorbereiding van dit wetsvoorstel is met de kritische kanttekeningen en suggesties in de adviezen zo goed mogelijk rekening gehouden. Daarnaast zijn de resultaten van het onderzoek van het Molengraaff Instituut voor privaatrecht van de Rijksuniversiteit te Utrecht naar het functioneren van de Commissie gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de arbeid hierbij betrokken. Het rapport over dit onderzoek is bij brief van 3 oktober 1985 aan de Tweede Kamer aangeboden.
De voornaamste wijzigingen betreffen de volgende onderwerpen: 1. de samenvoeging van de wetgeving inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen in één Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen; 2. de instelling van één -nieuwe -Commissie gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de arbeid; 3. uitbreiding van de bevoegdheden van deze commissie; 4. aanpassing van het verbod onderscheid te maken tussen gehuwden en ongehuwden bij het aangaan en bij het beëindigen van het dienstverband; 5. verduidelijking van het verbod onderscheid te maken bij het aanbieden van een betrekking; 6. wijziging van het verbod onderscheid te maken met betrekking tot beroepsopleidingen of scholingscursussen; 7. wijziging van de uitzondering in gevallen betreffende de toegang tot beroepsactiviteiten of daarvoor noodzakelijke opleidingen, waarvoor het geslacht een bepalende factor is; 8. wijziging van de mogelijkheid van voorkeursbehandeling.
Nota's van wijziging en amendementen
Moties
Documenten
1 |
25 april 1989, behandeling, Blz. 1091 - 1112
250489 1 4 De behandeling van het wetsvoorstel: • Wijziging van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (Stb. 1980, 86), van artikel 1637ij van het Burgerlijk Wetboek en aanvulling van de Wet medezeggen... - Handelingen Eerste Kamer 1988-1989 25 april 1989 orde 4 vergadering: 25 april 1989 |
1 |
18 april 1989, eindverslag, nr. 5c
KST19908N5cK1 Eindverslag van de vaste commissies voor sociale zaken en werkgelegenheid en voor binnenlandse zaken en de hoge colleges van staat |
1 |
21 maart 1989, memorie van antwoord, nr. 5b Herdruk
KST19908N5b HerdrukK1 Memorie van antwoord |
1 |
21 februari 1989, voorlopig verslag, nr. 5a
KST19908N5aK1 Voorlopig verslag van de vaste commissies voor sociale zaken en werkgelegenheid en voor binnenlandse zaken en de hoge colleges van staat |
1 |
22 september 1988, gewijzigd voorstel van wet, nr. 5
KST19908N5K1 Nader gewijzigd voorstel van wet |
2 |
13 september 1988, stemming(en), Blz. 5771 - 5802
130988 2 5 De stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (Stb. 1980, 86), van artikel 1637ij van het Burgerlijk Wetboek en aanvulling van de Wet med... - Handelingen Tweede Kamer 1987-1988 13 september 1988 orde 5 vergadering: 13 september 1988 |
2 |
7 september 1988, nota van wijziging, nr. 39
KST19908N39K2 Vierde nota van wijziging |
2 |
6 september 1988, motie, nr. 38
KST19908N38K2 Motie van de leden Ter Veld en Van Nieuwenhoven |
2 |
6 september 1988, nader gewijzigd amendement, nr. 37
KST19908N37K2 Nader gewijzigde amendementen van het lid ter veld, ter vervanging van die gedrukt onder nr. 33 |
2 |
6 september 1988, gewijzigd amendement, nr. 36
KST19908N36K2 Gewijzigd amendement van het lid Rempt-Halmmans de Jongh, ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 19 |
2 |
6 september 1988, gewijzigd amendement, nr. 35
KST19908N35K2 Gewijzigde amendementen van het lid Rempt-Halmmans de Jongh, ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 18 |
2 |
6 september 1988, behandeling, Blz. 5589 - 5648
060988 2 8 De voortzetting van de behandeling van: • het wetsvoorstel Wijziging van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (Stb. 1980, 86), van artikel 1637ij van het Burgerlijk Wetboek en aanvulling v... - Handelingen Tweede Kamer 1987-1988 06 september 1988 orde 8 vergadering: 6 september 1988 |
2 |
31 augustus 1988, amendement, nr. 34
KST19908N34K2 Amendementen van het lid Groenman over dat het gewenst is om het onderscheid bij aanstelling en ontslag in verband met zwangerschap, bevalling en moederschap, direct te beschouwen. - |
2 |
30 augustus 1988, gewijzigd amendement, nr. 33
KST19908N33K2 Gewijzigde amendementen van het lid Ter Veld, ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 26 |
2 |
30 augustus 1988, amendement, nr. 32
KST19908N32K2 Amendement van het lid Ter Veld strekt ertoe in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag het zogenoemde een derde criterium te doen vervallen. - |
2 |
30 augustus 1988, amendement, nr. 31
KST19908N31K2 Amendement van het lid Ter Veld om een administratieve sanctie op ongelijke behandeling mogelijk te maken. - |
2 |
30 augustus 1988, amendement, nr. 30
KST19908N30K2 Amendement van het lid Ter Veld over dat indien, zoals in artikel 19 wordt voorgesteld, het jaarverslag van de Commissie openbaar wordt gemaakt, aparte vermelding in de wet van organen aan wie het jaarverslag dient te worden toegezonden, overbodig is. - |
2 |
30 augustus 1988, amendement, nr. 29
KST19908N29K2 Amendement van het lid Ter Veld over dat het niet wenselijk is de mogelijkheid van de Commissie om haar oordeel openbaar te maken te beperken tot het oordeel over de vraag of bij de aanbieding van een betrekking onderscheid is gemaakt, temeer daar de nader te stellen regelen inzake het openbaarmaken van het oordeel van de Commissie krachtens artikel 15 de goedkeuring van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid behoeven. - |
2 |
30 augustus 1988, amendement, nr. 28
KST19908N28K2 Amendement van het lid Ter Veld strekt ertoe dat de Commissie, bijvoorbeeld op verzoek van een onderneming, aanbevelingen kan doen voor wijziging van het beleid van de betreffende onderneming waar onderscheid is gemaakt. - |
2 |
30 augustus 1988, amendement, nr. 27
KST19908N27K2 Amendement van het lid Ter Veld strekt ertoe periodieke evaluatie van de uitzonderingsbepalingen met betrekking tot het verbod op het maken van onderscheid, zoals voorgeschreven in artikel 9, tweede lid, van de EG-richtlijn van 9 februari 1976, inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen, in de wet te doen opnemen. - |
2 |
30 augustus 1988, amendement, nr. 26
KST19908N26K2 Amendement van het lid Ter Veld strekt ertoe ten aanzien van de genoemde algemene maatregelen van bestuur een voorhangprocedure te volgen. - |
2 |
30 augustus 1988, amendement, nr. 25
KST19908N25K2 Amendementen van het lid Ter Veld |
2 |
30 augustus 1988, amendement, nr. 24
KST19908N24K2 Amendement van het lid Ter Veld over dat het verbod op het maken van onderscheid niet alleen betrekking dient te hebben op de openlijke aanbieding van een betrekking maar ook op andere wijzen waarop een betrekking kan worden aangeboden. - |
2 |
30 augustus 1988, amendement, nr. 23
KST19908N23K2 Amendement van het lid Ter Veld om gelijke behandeling niet alleen op de toegang tot en de mogelijkheden tot ontplooiing binnen het vrije beroep van toepassing te doen zijn, maar ook op de uitoefening van het vrije beroep. - |
2 |
30 augustus 1988, amendement, nr. 22
KST19908N22K2 Amendementen van het lid Ter Veld over een gunstiger beding van gelding te doen zijn wat betreft de Wet gelijke behandeling. - |
2 |
30 augustus 1988, amendement, nr. 21
KST19908N21K2 Amendementen van het lid Ter Veld over de incorporatie van artikel 1637jj van het Burgerlijk Wetboek in de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen. - |
2 |
30 augustus 1988, nota van wijziging, nr. 20
KST19908N20K2 Derde nota van wijziging |
2 |
21 juni 1988, amendement, nr. 19
KST19908N19K2 Amendement van het lid Rempt-Halmmans de Jongh om de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de uiteindelijke verantwoordelijkheid te geven voor het instellen van een onderzoek door de Commissie. - |
2 |
21 juni 1988, amendement, nr. 18
KST19908N18K2 Amendement van het lid Rempt-Halmmans de Jongh om het aansprakelijk stellen van media uit het wetsvoorstel te halen aangezien de opdrachtgever van een advertentie verantwoordelijk is voor de inhoud. - |
2 |
20 juni 1988, amendement, nr. 17
KST19908N17K2 Amendementen van het lid Groenman over het duidelijk vastleggen dat de maker van het onderscheid moet aantonen dat het onderscheid objectief gerechtvaardigd is. De bewijslast ligt dus niet bij de klager. - |
2 |
14 juni 1988, nota van verbetering, nr. 16
KST19908N16K2 Derde nota van verbetering |
2 |
20 mei 1988, nota van wijziging, nr. 15
KST19908N15K2 Tweede nota van wijziging |
2 |
20 mei 1988, nota, nr. 14
KST19908N14K2 Nota naar aanleiding van het eindverslag - Wijziging van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (Stb. 1980, 86), van artikel 1637ij van het Burgerlijk Wetboek en aanvulling van de Wet medezeggenschap onderwijs en enkele andere onderwijswetten, alsmede opneming van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de burgerlijke openbare dienst (Stb. 1980, 384), van de Wet gelijk loon voor vrouwen en mannen (Stb. 1975, 129) en van de Wet tijdelijke voorziening gelijk behandeling van mannen en vrouwen en van gehuwden en ongehuwden in geval van beëindiging van de dienstbetrekking (Stb. 1979, 278) in de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (betreft herziening van de wetgeving inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen) |
2 |
16 mei 1988, nota van verbetering, nr. 13
KST19908N13K2 Tweede nota van verbetering |
2 |
9 mei 1988, nota van verbetering, nr. 12
KST19908N12K2 Nota van verbetering |
2 |
27 april 1988, brief, nr. 11
KST19908N11K2 Brief van De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
2 |
5 april 1988, eindverslag, nr. 10
KST19908N10K2 Eindverslag - Wijziging van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (Stb. 1980, 86), van artikel 1637ij van het Burgerlijk Wetboek en aanvulling van de Wet medezeggenschap onderwijs en enkele andere onderwijswetten, alsmede opneming van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de burgerlijke openbare dienst (Stb. 1980, 384), van de Wet gelijk loon voor vrouwen en mannen (Stb. 1975, 129) en van de Wet tijdelijke voorziening gelijke behandeling van mannen en vrouwen en van gehuwden en ongehuwden in geval van beëindiging van de dienstbetrekking (Stb. 1979, 278) in de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen (betreft herziening van de wetgeving inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen) |
2 |
2 maart 1988, gewijzigd voorstel van wet, nr. 9
KST19908N9K2 Gewijzigd voorstel van wet |
2 |
18 januari 1988, nota van wijziging, nr. 8
KST19908N8K2 Tekst van de wetgeving gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij ongewijzigde aanvaarding van het voorstel van wet tot herziening van de wetgeving inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen, zoals gewijzigd bij nota van wijziging |
2 |
18 januari 1988, nota van wijziging, nr. 7
KST19908N7K2 Nota van wijziging |
2 |
18 januari 1988, memorie van antwoord, nr. 6
KST19908N6K2 Memorie van antwoord |
2 |
14 augustus 1987, voorlopig verslag, nr. 5
KST19908N5K2 Voorlopig verslag |
2 |
10 juni 1987, brief, nr. 4
KST19908N4K2 Brief van De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
2 |
18 april 1987, memorie van toelichting, nr. 3
KST19908N3K2 Memorie van toelichting |
2 |
18 maart 1987, voorstel van wet, nr. 2
KST19908N2K2 Voorstel van wet |
2 |
18 maart 1987, Koninklijke boodschap, nr. 1
KST19908N1K2 Koninklijke boodschap |
2 |
13 maart 1987, advies Raad van State, nr. A
KST19908NAK2 Advies raad van state, nader rapport |
Wetten die gewijzigd worden door dit wetsvoorstel
Woordvoerders
Eerste termijn Tweede Kamer |
|||
06-09-1988 | VVD | N. (Len) Rempt-Halmmans de Jongh i | |
06-09-1988 | D66 | L.S. (Louise) Groenman i | |
06-09-1988 | GPV | G.J. (Gert) Schutte i | |
06-09-1988 | CDA | M.H.J. (Marian) Soutendijk-van Appeldoorn i | |
06-09-1988 | RPF | M. (Meindert) Leerling i | |
06-09-1988 | PvdA | E. (Elske) ter Veld i | |
06-09-1988 | SGP | B.J. (Bas) van der Vlies i | |
06-09-1988 | Minister | J. (Jan) de Koning i | |
06-09-1988 | Minister | F. (Frits) Korthals Altes i | |
06-09-1988 | Minister | W.J. (Wim) Deetman i | |
Eerste termijn Eerste Kamer |
|||
25-04-1989 | PvdA | M.F. (Ria) Jaarsma i | |
25-04-1989 | VVD | L. (Loes) Vonhoff-Luijendijk i | |
25-04-1989 | CPN | F. (Fenna) Bolding i | |
25-04-1989 | GPV | J. (Jan) van der Jagt i | |
25-04-1989 | CDA | J.H. (Jo) Franssen i | |
25-04-1989 | D66 | J.J. (Jan) Vis i | |
25-04-1989 | Minister | J. (Jan) de Koning i | |
25-04-1989 | Minister | F. (Frits) Korthals Altes i | |
Tweede termijn Eerste Kamer |
|||
25-04-1989 | PvdA | M.F. (Ria) Jaarsma i | |
25-04-1989 | D66 | J.J. (Jan) Vis i | |
25-04-1989 | Minister | J. (Jan) de Koning i | |
25-04-1989 | Minister | F. (Frits) Korthals Altes i |