Motie van de leden Van der Lek en Van der Spek - Nota over het te voeren beleid ter zake van de collectieve voorzieningen en de werkgelegenheid - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Tekst
Nr. 15
MOTIE VAN DE LEDEN VAN DER LEK EN VAN DER SPEK Voorgesteld 22 juni 1976
De Kamer,
overwegende, dat de door de Regering in de Nota over het te voeren beleid ter zake van de collectieve voorzieningen en de werkgelegenheid voorgestelde maatregelen een wezenlijke aantasting van zowel het voorzieningenniveau van de collectieve sector als van de koopkracht van de Nederlandse bevolking tot gevolg hebben;
overwegende voorts, dat enerzijds de door de Regering gewenste samenhang met andere voorstellen op generlei wijze gegarandeerd is en anderzijds deze voorstellen zelf geen enkele garantie inhouden tot fundamentele wijzigingen van de sociaal-economische structuur in Nederland;
van mening, dat voor een werkelijke bestrijding van de inflatie en werkloosheid de volgende maatregelen ten minste noodzakelijk zijn: -directe beïnvloeding van en controle op kapitaalstromen binnen het Nederlandse bedrijfsleven, tussen het bedrijfsleven enerzijds en bank-en verzekeringswezen anderzijds en van kapitaalstromen van en naar het buitenland; -direct en actief investeringsgedrag van de Nederlandse overheid in de productieve sector; -directe invloed op en controle van het Nederlandse productieve vermogen; -herziening van de zeggenschapstructuur, waarbij de beslissingsbevoegdheid bij de werknemers ligt, in coördinatie met landelijke doelstellingen; nodigt de Regering uit, haar beleid te richten op de verwezenlijking van fundamentele structurele hervormingen in bovengenoemde zin, en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Lek Van der Spek
Tweede Kamer, zitting 1975-1976, 13951, nr. 15