Motie van het lid Bakker C.S. - Nota over het te voeren beleid ter zake van de collectieve voorzieningen en de werkgelegenheid - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Tekst
Nr. 7
MOTIE VAN HET LID BAKKER CS. Voorgesteld 22 juni 1976
De Kamer,
gehoord de beraadslaging over het beleid ter zake van de collectieve voorzieningen en de werkgelegenheid;
van oordeel, dat handhaving van de koopkracht van beslissende betekenis is voor de werkgelegenheid;
van oordeel verder, dat het door de Regering voorgestelde pakket van maatregelen: -de koopkracht aantast, -noodzakelijke sociale en culturele voorzieningen in gevaar brengt, -de inflatie aanwakkert, -en grote delen van de nationale economie, met name het kleine en middelgrote bedrijfsleven, in gevaar brengt;
spreekt als haar oordeel uit, dat de voor uitbreiding van de werkgelegenheid noodzakelijke gelden o.m. gevonden moeten worden als volgt: -door vermindering van de defensieuitgaven, waaronder annulering van de F16-order; -door verlaging van de uitgaven voor de EEG en de ontwikkelingshulp (o.m. aan Indonesië); -door maatregelen, die beogen het winstaandeel van Esso en Shell in de aardgasexploitatie drastisch te verminderen; -door beperking van kapitaaluitvoer; -door annulering van de plannen tot overplaatsing van rijksdiensten en tot invoering van een nieuwe provincie-indeling, en gaat over tot de orde van de dag.
Bakker Meis De Leeuw Dragstra Van het Schip Tweede Kamer, zitting 1975-1976, 13951, nr. 7