Motie van de leden Buurmeijer en Groenman - Echte-minimabeleid - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Tekst
Nr. 9
MOTIE VAN DE LEDEN BUURMEIJER EN GROENMAN Voorgesteld in de uitgebreide commissievergadering van 5 maart 1984
De Kamer,
gehoord de beraadslaging; constaterende, dat huishoudens met een inkomen op het voor hèn geldend sociaal minimum thans jaar op jaar een eenmalige koopkrachttoeslag ontvangen;
van oordeel, dat een structureel en algemeen werkend instrument in het kader van het inkomensbeleid te verkiezen is boven het telkenmale verstrekken van eenmalige koopkrachttoeslagen;
van mening, dat met name het fiscale instrument geëigend is rekening te houden met de financiële draagkracht van de diverse categorieën huishoudens; constaterende, dat in de huidige fiscale systematiek nauwelijks mogelijkheden bestaan huishoudens met een inkomen op het minimumniveau te vrijwaren van ongewenste koopkrachtdaling;
verzoekt de regering: -op korte termijn te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn door middel van negatieve inkomstenbelasting dan wel taxcredits huishoudens met een voor hen geldend minimuminkomen van koopkrachtverlies te vrijwaren; -de Kamer van de resultaten van dit onderzoek op de hoogte te stellen, en gaat over tot de orde van de dag.
Buurmeijer Groenman